Aangifte doen in tijden van een pandemie
Mijn identiteit was gejat op Instagram. Een stel criminelen zag kans om zich voor mij uit te geven en begon mijn verwanten berichten te sturen. Het is dat iemand me stuurde dat ik aangifte moest dan van identiteitsfraude, anders was ik waarschijnlijk al blij geweest met het snelle handelen van Instagram die de boel offline haalde. Maar ik deed dus aangifte en dat gaat net effe anders dan normaal.
Via geen-spoed-wel-politie kreeg ik een uiterst aardige vrouw aan de lijn, die me vertelde dat ik naar het politiebureau moest. Ik had in geen tijden zoiets spannends meegemaakt, dus ik verheugde me er al op. Tot ik gebeld werd of ik misschien via beeldbellen de boel wilde afwikkelen. Nu doe ik these days niets anders, dus een beetje beeldbellen (wat een schattig woord eigenlijk) met de Nationale Politie moest ook lukken. Vrijdagavond half zeven was ik aan de beurt. Ik zeg vanaf nu ook meteen nooit meer dat ambtenaren om vier uur ’s middags stoppen met werken.
Vóór ik aan het beeldbellen met de politieagent in kwestie begon, kreeg ik een instructiemail. Handig, vond ik. Ik moest de snelheid van mijn verbinding even testen, vooral niet twee keer op dezelfde link klikken en vooraf kijken of microfoon en camera werkten. Nu open ik zelf altijd al even een ander programma om te zien hoe ik op de videocall sta, maar de agenten in kwestie hadden dat dus getackeld. Tot slot kreeg ik nog wat aandachtspunten mee, waar ik eerst even om moest grinniken maar waar een seconde later mijn levendige verbeelding van op hol sloeg.
Of ik fatsoenlijk gekleed wilde zijn, vroeg de politie me. Fatsoenlijk is een breed begrip. En een verzoek om aanstootgevende objecten buiten beeld te laten. Bemoeienis van omstanders was ook niet gewenst. Nu heb ik thuis maar één omstander, die niet heel erg de behoefte heeft om zich te mengen in mijn aangifte, maar ik kan me voorstellen hoe zoiets kan verlopen. In mijn hoofd hoorde ik al een hele familie en schoonfamilie op de achtergrond details roepen. Irritant natuurlijk. Maar ergens realiseerde ik me dat die eerste punten niet voor niets gevraagd worden.
Zou iemand het echt wagen om in badjas (of minder) voor de camera te verschijnen? Om even tussen het ontbijt en het douchen door aangifte te doen (of erger)? En zou je echt schunnige objecten op nachtkastjes laten staan als een in uniform geklede politieagent bij je in huis kan kijken? Ik ging van de zenuwen (ook al had ík niks misdaan) zelfs make-up opdoen voor mijn gesprek met de agent in kwestie. Je wil toch als een brave modelburger in beeld, tenminste die behoeft kreeg ik ineens heel erg. Het is toch een beetje alsof er een politieauto achter je rijdt en je niet eens te hard rijdt.
Het was een pilot, dus het is nog even afwachten of je voortaan altijd aangifte kunt doen via videocall. Ik had de leukste, meest begripvolle en eerlijke politieagent van Hilversum en omstreken. Het was eigenlijk gewoon gezellig, afgezien van de identiteitsfraude dan. Mocht je in de toekomst nou ook online je zegje mogen doen, kleed je aan en leg schunnige objecten in een laatje. Kleine moeite, groot plezier. Denk ik zo. Je gaat per slot van rekening ook niet onfatsoenlijk gekleed met schunnig object in de hand naar een politiebureau. En bel me even als je dat wel van plan bent, dan kom ik kijken.
Laatste mededeling, ook al weet je het vast al: geef nooit telefoonnummers af, wees alert als iemand ineens een nieuw account via social media aanmaakt en KLIK. NIET. OP. LINKS.