De kerstboom het huis uit maakt gelukkig
Als je op 18 november een kerstboom je huis in sleept, jezelf plechtig belooft dat-ie mag blijven tot Driekoningen en ‘m op 31 december ineens buiten de deur zet. Welkom bij Adelines Kerstboomperikelen editie honderdduizendtachtig.
Ineens was ik klaar met de boom. Dit zou te maken kunnen hebben met het groeiende aantal beestjes dat besloot de boom te verlaten in plaats van keurig op een tak te blijven zitten, maar dat even terzijde. De boom moest vertrekken, terwijl ik mezelf en boom nummer twee (ja, ik had er meerdere dit jaar) plechtig beloofde dat we minimaal tot 6 januari van elkanders gezelschap zouden genieten. Hoe komt het dat iedereen op uiterlijk 1 januari de boom buiten de deur zet? Heel simpel, zegt de wetenschap: ook dit maakt gelukkig.
Vroeger was het juist not done om je Nordmann eerder dan Driekoningen bij het vuil te zetten, want te snel afscheid nemen van je kerstboom zou voor ongeluk zorgen. Maar hoe komt het dat we ons na het lozen van de sparren en dennen zo opgeruimd voelen? Nou, omdat dit is wat opruimen met je doet: het maakt gelukkig. Niet zozeer het opruimen zelf, maar wel het gevoel dat je daarna krijgt, wat het gedeelde gelukkige gevoel na het lozen van de boom verklaart.
Opruimcoach Annelies Mentink legt aan GezondNu.nl uit dat we zelfs een beetje bang worden van het opruimen zelf, maar het gevoel dat het geeft is wat ons trekt. “Het geeft een gelukzalig gevoel als je weer rust en overzicht hebt,” zegt ze. Zo gelukzalig als we zijn op het moment dat de boom erin gaat, zo gelukzalig blijkt het ook te zijn om ‘m bij het vuilnis te knikkeren. Het geeft overzicht en een schone lei, voor een hopelijk heel normaal jaar. Duidelijk.