Lil vertelt… Part 3
‘Ik wil eerst even checken, om te kijken of het hartje misschien toch wel nog klopt,’ aldus de gynaecoloog. Meteen ben ik weer hoopvol.
Vrijdagmiddag, nog nét voor het weekend mag ik me melden in het ziekenhuis op jawel: de afdeling gynaecologie. Klinkt logisch, want wat ik nodig heb is een gynaecoloog. Maar men, wat was het een straf om te moeten wachten. Minuten leken uren te duren, en de ene na de andere hoogzwangere vrouw passeerde me met een toeter van een buik. Ik herinner me een vrouw op links. Ze rookte als een ketter want stoppen zou haar stress geven en stress was niet goed voor haar baby. Op de achtergrond hing een giga poster waarop stond: ‘Roken tijdens de zwangerschap is schadelijk’. Ik handle haar even heel slecht. Natuurlijk, ieder voor zich en ik moet daar ook helemaal niks van vinden, maar dat was een typisch moment dat je mij echt even kon opvegen. Ik slikte vanaf dag 1 braaf m’n mama plus-vitamines, dronk me suf aan smoothies en in de zon zat ik alleen met een doek op m’n buik. Misschien was ik zelf wel wat aan de overdreven kant maar oké, oké, oké, ik bemoei me er echt niet mee. Echt niet. Want dat is gewoon niet aan mij.
Met ruim een half uur uitloop word ik eindelijk geroepen door de gynaecoloog die mij vriendelijk verzoekt op ‘de stoel’ te gaan zitten. Het is een stoel die wij vrouwen kennen en waar ik bij het zien ervan alleen al de kriebels van krijg. ‘Ik wil eerst even een inwendige echo maken, om te kijken of het hartje misschien toch wel nog klopt.’ Ik merk dat ik meteen hoopvol ben. Ik voel me nog steeds zo misselijk, m’n borsten zijn nog steeds zo gevoelig en… Zal het dan toch zo zijn? Zou die kleine ons gewoon ontzettend in de maling aan het nemen zijn? Ik zeg niks en kijk haar eigenlijk alleen maar een beetje hulpeloos aan. ‘Het gebeurt regelmatig dat een verloskundige het bij het verkeerde eind heeft,’ gaat ze verder…
Inmiddels zit ik op de stoel, zonder ondergoed, met m’n jas en laarzen nog aan. Het voelt vreemd. Maar wat kan mij het schelen. Het enige wat telt is het hartje. ‘Probeer te ontspannen’ zegt de gynaecoloog me nog. Jaaaaaa hoor. Want het gaat hier gelukkig niet om een kwestie van leven of dood van mijn kind. Ik geloof dat ik ontspan en niet veel later is daar dan toch het antwoord dat wederom keihard aankomt: het hartje klopt niet. Ze schat dat het vruchtje zo’n drie maanden geleefd heeft en waarschijnlijk een week geleden is gestopt met groeien. Een week geleden op vrijdagmiddag was ik bij m’n vriendinnen. Die ik vertelde dat ze de allerleukste tantes zouden worden…
Eenmaal aangekleed bespreken we wederom de opties. Afwachten, medicatie of curettage. Ik blijf bij mijn eerdere besluit: medicatie. De gynaecoloog is het daar mee eens. ‘Het is de meest gekozen en minst risicovolle optie voor een jonge meid als jij.’ Oh, en of ik nog ‘even’ (lees: naaldenfobie) bloed wil prikken, want het zou kunnen dat ik rhesus (D)-positief ben en na mijn miskraam antistoffen aanmaak, en die antistoffen zouden dan weer gevaarlijk kunnen zijn voor een volgende zwangerschap. Ik denk meteen aan mijn eerste miskraam, waar mij hierover toen precies niks over verteld was. Zou het mijn eigen lichaam zijn geweest dat antistoffen heeft aangemaakt? Dat het vruchtje heeft aangevallen? Die gedachte maakt me gek. Ik dwing mezelf rustig te blijven, want het fijne van dit onderwerp weet ik er helemaal niet van. Sterker nog, we gaan eerst gewoon even die bloedgroep controleren. Bij de apotheek haal ik de medicatie op en spreek ik met mijn moeder af na het inbrengen van de medicatie een cozy night in te plannen met films, sushi, gerookte zalm, rauwmelkse kaasjes, wijn en meer wat ik als ‘zwangere’ even niet mocht. Hoe erg ik het ook had gemist, nog nooit smaakte mijn lievelingseten mij zo slecht…
In de zomer van 2019 kreeg ik het verdrietige nieuws van een missed abortion. Na drie maanden werd er op de tweede echo gezien dat het hartje helaas niet meer klopte. Ik neem jullie de komende weken elke dinsdagochtend op Amayzine mee om deze gebeurtenis in m’n leven een beter plekje te kunnen geven en dit onderwerp minder taboe te maken, maar vooral om anderen in een gelijksoortige situatie het gevoel te geven er niet alleen in te staan. Want samen staan we zoveel sterker. En alleen, dat ben je niet. Dat beloof ik bij deze.