Quarterlife Diaries: ‘Wat voelde als het einde van de wereld, bleek het beste wat me ooit is overkomen’
In Quarterlife Diaries neem ik je wekelijks mee in alle dingen waar ik, als bijna 30-jarige, tegenaan loop. Om mijn hart te luchten vooral, maar ook om iedereen die samen met mij in het Quarterlife-bootje zit een hart onder de riem te steken. Je bent namelijk absoluut niet alleen. Deze week: je carrière pad vinden.
In de afgelopen paar jaar heb ik een mega carrièreswitch gemaakt waarvan ik nooit had verwacht dat ik ‘m ging maken. Ik wist namelijk mijn hele leven al wat ik wilde doen: met kinderen werken. Na mijn studie ging ik dan ook bij een kinderdagverblijf werken waar ik het ontzettend naar mijn zin had. Althans, in het begin dan. Ik vond het heerlijk om de hele dag in de weer te zijn met die lieve kleine mensjes en bouwde onbetaalbare banden met de kinderen en hun ouders op, maar het werk werd na een aantal jaar zwaar en de dagen leken steeds langer te worden.
Naast deze baan ben ik altijd blijven schrijven. Dit begon als tiener al, toen ik een modeblog runde met (achteraf gezien) twijfelachtige fashiontips en daarnaast had ik een website waar ik in een soort openbaar dagboek schreef. Eigenlijk precies wat ik nu ook doe. Als twintiger liet ik die passie voor schrijven een beetje links liggen. Ik was druk met werken en studeren en vroeg me af wie er eigenlijk écht op mijn verhalen zat te wachten. Dat veranderde toen ik een keer met mijn vriendinnen op het terras zat. We waren op dat moment allemaal single en vroegen ons af of we de enigen waren die zulke bizarre eerste dates meemaakten en zo veel moeite hadden met het vinden van de liefde. Dit wakkerde het schrijversvuurtje in mij aan en ik besloot een blog te starten dat geheel in het teken stond van dateleed. Hier deed ik verslag van mijn rommelige vrijgezellenbestaan en de mislukte dates van mijn vriendinnen. Ik schreef met passie en plezier over alles wat we meemaakten en wat bleek? We waren láng niet de enigen die ons met moeite door de datingjungle probeerden te bewegen. Het blog werd steeds populairder en opgepakt door verschillende platformen. Ik begon steeds vaker te denken of dit misschien beter bij me paste dan de baan die ik inmiddels al jaren had.
Enthousiast deelde ik mijn succes met mijn collega’s, die vonden dat ik me niet zo bezig moest houden met mijn ‘bijbaan’ en me moest focussen op waar ik voor had geleerd. Grapjes als: ‘die handtekening moet je bewaren hoor, misschien wordt-ie ooit nog wat waard’ als ik voor de boodschappen tekende werden slecht ontvangen tot het punt waarop we lijnrecht tegenover elkaar stonden. Er werd me verteld dat het onrealistisch was om nu nog iets anders te willen en dat ik moest ophouden met praten over mijn dromen, want wat dacht ik nu precies te gaan bereiken met dat schrijven? Het maakte me stikverdrietig en ik herinner me nog dat ik na dat gesprek snikkend het pand verliet.
Met mijn handen in het haar en vol verdriet zat ik thuis op de bank. Hoe konden de mensen die ik al jaren kende mij dit zo misgunnen? Op dat moment voelde dat gesprek als het einde van de wereld en het ergste wat mij ooit kon overkomen, het had me zo ontzettend gekwetst. Dat ik dat helemaal mis had, daar kwam ik jaren later pas achter. Dat gesprek heeft namelijk een vuurtje in mij aangewakkerd dat door de jaren heen alleen maar harder is gaan branden. Ik zal je eens laten zien wat ik allemaal kan bereiken met dat schrijven, dacht ik, terwijl ik mijn tranen droogde.
Ik wisselde van baan en kwam terecht op een plek waar ik met open armen werd ontvangen. Een verademing, als je het mij vraagt. Ik werkte vier dagen in de week op een middelbare school en hield één dag per week over om aan mijn schrijversdromen te bouwen. Vanuit daar bouwde ik mijn eigen onderneming op en schreef ik in mijn vrije tijd zo veel als ik kon, tot het tijd was om mijn vaste baan op te zeggen en ik volledig als freelance tekstschrijver aan de slag kon gaan voor fantastische opdrachtgevers waar ik in mijn wildste dromen niet eens aan had durven denken. Ik ben nog nooit zo trots op mezelf geweest als op het moment dat ik mijn sleutels inleverde en volledig op eigen benen stond. Ik had het gewoon geflikt.
Wat ik eigenlijk wil zeggen is dat je nooit meteen weet of iets wat je overkomt goed of slecht is. Dat gesprek dat toentertijd als het einde van de wereld voelde, bleek het beste te zijn wat me ooit is overkomen. Het zorgde ervoor dat ik mijn pad vond en gaf me het zetje om mijn schrijversdromen te verwezenlijken. Nu gaat het beter met me dan ooit en ik heb absoluut nergens spijt van. Behalve dat ik deze sprong niet eerder durfde te wagen dan, maar hé, je kan niet altijd zes gooien.
Beeld: Netflix