Hoofdredacteur van Vogue zijn en toch stoppen?
Yeliz Çiçek deed het
Als een komeet schoot ze omhoog in het bladenvak. Van stagiaire bij Marie Claire tot hoofdredacteur van Vogue Nederland. Omdat haar weg niet altijd helemaal geplaveid was – Yeliz is het tegenovergestelde van een nepobaby – vindt ze het extra belangrijk om andere vrouwen te helpen bij het bouwen van hun carrière. Daartoe richtte ze een platform op met Anna Nooshin: de Female Initiative Business Academy.
Lieve Yeliz, wat ontzettend leuk en goed dat je dit doet. Je hebt het enorm druk, dus ik weet dat je hier bewust tijd voor hebt gemaakt in je agenda omdat je dit belangrijk vindt. Vertel…
“Op dit moment zijn we FI Business Academy aan het lanceren en bouwen we het verder uit met masterclasses voor alle ambitieuze vrouwen die nog meer willen leren van de mode- en lifestylebranche. Dus ik zit zeker niet stil, maar vind het altijd leuk tijd voor Amayzine te maken.”
Dan over naar deze rubriek, ter inspiratie van andere jonge vrouwen met een plan. Omschrijf je beroep.
“Eigenlijk zie ik wat ik doe niet zozeer als een beroep, mijn doel is echt om mensen te educeren, inspireren en dat doe ik onder andere door talks te geven, voor het mooie platform Vogue te schrijven en strategisch mee te denken, en nu dus ook door de lancering van FI Business Academy, dat ik samen met mijn vriendin Anna Nooshin ben begonnen.”
Klopt het dat je veranderd bent van hoofdredacteur naar editor at large? Is dat ook om meer ruimte te hebben voor dit soort projecten?
“Ja, dat klopt. Ik heb een andere rol aangenomen en ben aan Vogue verbonden als editor die meedenkt en werkt aan belangrijke projecten zoals Voice and Talents. En ik host talks over belangrijke onderwerpen, zoals Women Empowerment, ondernemen en inclusiviteit. Dat is echt wat ik het liefst doe en ik ben heel blij om op deze manier verbonden te blijven met Vogue. Mijn hart ligt echt bij het educeren en inspireren van mensen en hen iets bij te brengen. Met FI Business Academy gaan Anna en ik dat nog meer doen, en daarom moest ik dus ruimte creëren om FI echt verder uit te kunnen bouwen.”
Hoeveel uur werk je per week?
“Nou… heel veel uur. Dat kan ik op dit moment bijna niet tellen, zoveel werk ik. Maar het zijn natuurlijk allemaal mijn eigen projecten waar ik heel veel energie van krijg. Dat voelt dus ook niet altijd als werken, omdat het iets is wat ik voor mezelf aan het opbouwen ben waarmee ik kan doen wat ik wil, schrijven wat ik wil, video’s kan maken die ik wil en podcasts opnemen over onderwerpen waarmee we echt iets brengen. Het idee dat ik mijn eigen onderneming aan het opbouwen ben, voor de lange termijn, de toekomst, voelt heel erg fijn.”
Had je als klein meisje bedacht dat dit je beroep zou worden?
“Ja, ik heb er als klein meisje altijd al van gedroomd in de bladen werken, in ieder geval bij de modebladen. Ik knipte en plakte vroeger al mijn eigen magazines. Ik gaf al mijn zakgeld uit aan modebladen, ook aan hele dure. Ik hield heel erg van mode en schrijven, dus ik droomde er eigenlijk altijd al van. Al weet je natuurlijk niet als klein meisje dat zo’n baan ook echt bestaat, of in ieder geval dat zo’n baan misschien ook voor jou beschikbaar is. Dus het was echt meer een droom. En later, toen ik echt ging studeren, dacht ik: oh, dit is echt iets wat ik kan doen, modejournalist worden. Dus ja, toen ben ik er helemaal voor gegaan.”
Welke opleiding heb je gevolgd en heb je daar iets aan gehad?
“Ik heb communicatiewetenschappen gestudeerd. Daarna ben ik Artemis gaan doen, twee jaar, en ik heb ook nog een cursus modestyling gedaan. Ik heb hier best veel aan gehad. Na mijn bachelor wilde ik echt praktijkervaring opdoen omdat communicatiewetenschappen zo theoretisch was en dat vond ik terug in Artemis waar ik heel veel heb geleerd, omdat je gewoon het werkveld in gaat. In die tijd ben ik Danie Bles gaan assisteren tijdens Fashion Week in de zomer en ik ben nog een stage gaan lopen bij Ilja Visser. Uiteindelijk deed ik dus ook nog een extra stage bij Marie Claire. Dus zeker. Maar ik denk dat vooral de stages die je als onderdeel van deze opleidingen doet je ver brengen. Door deze praktijkervaring ben ik de modewereld in gerold. Door de cursussen die we nu online via FI Business Academy aanbieden, willen Anna en ik ook echt vrouwen praktische handvatten geven die je helpen om die droombaan of carrière te realiseren.”
Je hebt in interviews verteld over je Turkse achtergrondspagaat die je vaak ervaart, dus het leven thuis en het leven in de modewereld bij onder andere Marie Claire. Daar heb je moeite mee gehad, maar daar heb je veel van geleerd. Wat zijn de drie belangrijkste lessen?
“Nou, de belangrijkste is dat je altijd je hart moet volgen, hoe stom dat ook klinkt. Ik ging echt best wel aan mezelf twijfelen, omdat het twee zo verschillende werelden waren, en waar hoor ik dan thuis? Maar uiteindelijk hoor ik in beide thuis. Ik voel me in beide fijn, ik ben beide. Ik hoef niet te kiezen. Ik kan mijn hart volgen. Ik kan dat allemaal doen. Dus mijn grootste les is gewoon dat het zo belangrijk is om jezelf te omarmen en je niet gek te laten maken door hoe anders een andere wereld misschien voor je is. Dat is natuurlijk soms makkelijker gezegd dan gedaan, maar dat is denk ik mijn grootste les. Blijf je hart volgen, blijf in jezelf geloven. Laat je niet gek maken. Laat niemand je vertellen dat je ergens niet thuishoort. Ook als je later op hoger niveau werkt, en ook in mijn rol als hoofdredacteur, ben ik aan mezelf blijven werken. Ik blijf de nodige self-work doen, bezoek regelmatig een coach of psycholoog. Dat heb je gewoon nodig om sterk in je schoenen te staan.”
“Verder is mijn grootste les – dit heb ik echt geleerd door bij mijn vader te werken – is nergens vies van zijn. En dat heeft me in de modewereld ook heel erg ver gebracht, want op de set of waar dan ook moet je ook gewoon keihard ploeteren en werken. Laten zien dat je hands-on bent en je nergens te goed voor voelt. Gewoon hup, de koffie halen, een ladder verplaatsen, kleding stomen. Zo begin je als junior. En dan laat je gewoon zien wat je allemaal kan. En dat leer je natuurlijk ook in de horeca als op geen andere plek, gewoon aanpakken.”
Welk advies zou je je jongere zelf willen geven?
“Maak het niet te zwaar voor jezelf. Ik ben gewoon een overdenker, dus ik ging bijvoorbeeld heel veel nadenken over… Hoor ik hier wel thuis? Waar hoor ik thuis? Moet ik niet daar al zijn? Moet ik al niet verder zijn in mijn carrière? Moet ik niet nog harder werken? Maar je hoeft helemaal niks. Doe wat je leuk vindt, waar je blij van wordt, volg je hart en dan loopt het pad zoals het moet lopen. Daar hoef je niet eindeloos je hoofd over te breken, want het gaat toch lopen zoals het moet lopen.”
Ben je het type dat werk en privé scheidt of loopt alles door elkaar?
“Dat laatste. Alles loopt door elkaar bij mij. En dat komt omdat ik alles wat ik doe qua werk leuk vind. En ik werk ook wel met een aantal vriendinnen in de modewereld, zoals nu ik samen met Anna aan FI werk, wat ook een goede vriendin van mij is. We zijn ook regelmatig op reis samen bijvoorbeeld voor het werk. En ja, dan gaan we gewoon ’s avonds met z’n tweetjes uit eten in een Italiaans restaurantje als we in Milaan zijn voor Fashion Week. Dat loopt dus een beetje door elkaar. Ik probeer wel altijd in het weekend rust te nemen van werk. In ieder geval geen events of wat dan ook. Ik bedoel, mails vind ik nog een ander verhaal, maar dan ga ik wel echt met familie, of met mijn vriend of met andere beste vriendinnen die ik nog van vroeger ken iets leuks doen. Dan probeer ik me dus wel af te sluiten van werk. Dat was de afgelopen maanden even een uitdaging omdat we zo druk bezig waren met het opnemen van onze eerste masterclasses op FI, maar nu die live staan probeer ik echt weer meer balans te creëren.”
Altijd bereikbaar of type ‘twee telefoons en maandag ben je de eerste’?
“Nee, altijd bereikbaar. Ja, dat is een heel slechte eigenschap. Ik vind eigenlijk dat dat anders moet. De zondag is voor mij wel een beetje heilig, dan ben ik wel best wel afwezig. Nou ja, op apps reageer ik niet, maar als je me belt en het urgent is zeker wel.”
Wat draag je op een werkdag?
“Een goed gesneden pak. Je hebt nu heel mooie Nederlandse merken, zoals Rohe of Frenken, maar ook van Acne Studios draag ik veel pakken. Ook Anine Bing zit me echt als gegoten. Dus heel veel mensen die volgens mij mijn stijl uitschetsen zien daar ook wel een pak bij. Door een pak straal je professionaliteit uit en ik probeer er altijd een met een coole snit of zo te vinden. Of een mooie kleur, een mooie stof of iets waardoor het een beetje spannender wordt.”
Denk je na over parfum en haardracht? Ik kan me voorstellen dat je af en toe ook een stevig statement wil maken met je look.
“Ik doe geen heel gekke dingen met mijn haar. Wel ga ik elke week naar de kapper, en laat ik het föhnen. Gewoon een heel stevige, goede blow-out. Echt een soort Hollywood curls. En dan zit het voor een paar dagen goed. Als het dan echt niet meer kan aan het einde van de week, want ik wil het niet te vaak wassen, dan doe ik het in een strakke knot. Dus over haarstijl of beautyinspiratie moet je niet bij mij zijn. Eyeliner en mijn haar goed geföhnd, dat was het wel zo’n beetje.”
We weten het heus: over geld praten is niet chic, maar wel fijn voor de volgende generatie dat ze weten wat het ongeveer schuift, dit werk. Dus kun je een grove indicatie geven? Zitten we boven of onder de Balkenende-norm?
“Het is heel verschillend, want ik ben zzp’er. Het ligt er dus aan hoeveel campagnes ik heb, hoeveel dagen ik werk. Nu heb ik natuurlijk ook FI, daar heb ik een management fee, dat is weer een heel andere inkomstenstroom. Ja, dus dat is heel verschillend, daar kan ik echt geen peil op trekken. Maar ik ben heel blij dat ik het goed heb.”
En een ander punt van aandacht: vrouw zijn. Heb je een glazen plafond ervaren? Het idee dat je je meer moest bewijzen?
“Ja, zeker. Er is een glazen plafond en tegenwoordig ook iets als een klif, vooral voor vrouwen van kleur. Ik zie om me heen dat het lastig is om overeind te blijven als je eenmaal aan de top staat, omdat je dan vaak nog de enige vrouw van kleur bent aan die top. Helaas ben je vaak sowieso al de enige vrouw aan de top in grote bedrijven. Bij uitgeverijen is het ook vaak nog zo dat de upper layer van de directie enkel mannen bevat. Ook als je kijkt naar de cijfers zijn we er gewoon nog niet. Het is onzin om te zeggen dat er geen glazen plafond is voor vrouwen, want dat is er wel. In Nederland lopen we nog steeds achter op landen zoals Zweden als het gaat om kinderen krijgen en tijd krijgen om het fundament van je gezin te leggen, zonder dat dit afbreuk doet aan je carrière of positie.”
Is er een moment geweest in je carrière dat bepalend is geweest voor je carrière? Waar je achteraf gezien behoorlijk trots was op je daad?
“Ik had een heel lucratief freelancebestaan als fashion consultant bij grote bedrijven zoals G-Star. Toen waren er maar twee dagen beschikbaar als contributing editor bij Vogue, dus moest ik terug de redactie op, en er waren niet zoveel dagen. Maar toch dacht ik: ik moet dit gewoon doen, want daar ligt mijn hart. En dan heb ik maar ineens 4K minder per maand, want dat scheelde echt heel veel. Ik moest van mezelf mijn gevoel volgen en deze sprong wagen, dus ik ben heel blij en trots op mezelf dat ik dat heb gedaan.”