Amayzine

Happy & Healthy

confessie

Dit is het burgerlijkste dat May ooit deed

Ik heb dus iets met foto’s van kinderen en werk. Om maar even enorm kort door de bocht te scheuren, vind (of moet ik zeggen ‘vond’?) ik dat je jezelf als vrouw diskwalificeert als werknemer als je alleen maar flasht met foto’s van je bloedjes. Natuurlijk heb ik net ook achtereenvolgens het eerste schoolreisje van mijn jongste en de sponsorloop van mijn middelste aan iedereen hier laten zien, maar verder moet je foto’s van wangetjes die onder het ijs zitten en een beplakte theedoos die je voor Moederdag hebt gekregen lekker thuis laten. En daarom vind ik ook dat je de letters ‘proud mum’ uit je Instagram-profiel moet gummen.

We hebben nu eenmaal de schijn tegen als vrouw. Glazen plafond, weet je nog? Als jij druk bent om die kleurplaat van je kind op die granollen muur achter je bureau op te hangen, sta je meteen 2-0 achter. Of je moet wel verdraaide briljant zijn to make up for it. Ik zal hier vast een paar vijanden maken, maar zo werkt het nu eenmaal in de werkende wereld.

”Ik geloof dat er zelfs een beetje spuug mee kwam, zo stom vond ‘ie het”

Om die reden had ik als achtergrond van mijn telefoon vaak een foto van mezelf. Niet ter zelfverheerlijking ofzo, meer omdat het me herinnerde aan een bijzonder bezoek of een fijne fashion week. Toen mijn HNTM-collega Dirk Kikstra dat een keer zag, ging hij een stukje verder bij me vandaan zitten. “You have a picture of YOURSELF??” Ik geloof dat er zelfs een beetje spuug mee kwam, zo stom vond ‘ie het.

Van schrik verwisselde ik mijn foto voor een flat lay (waarvan ik toen dus nog niet wist dat het een flat lay heette). Je weet wel, zo’n gezellig stilleven van mooie dingen zoals macarons, champagne en een paar krakend verse tijdschriften. Dat was eigenlijk prima want niemand die er aanstoot aan nam, maar om nu te zeggen dat mijn hart een hupsje maakte als ik mijn telefoon aanzwengelde; niet bepaald.

In mijn kijk-mij-eens-een-ontzettend-werkende-vrouw zijn-wereld (lees hier trouwens even een sterk verhaal van Liesbeth over dit onderwerp) vroeg natuurlijk heel vaak iemand me naar een foto van mijn bloedjes. Dan moest ik toch elke keer door een berg foto’s ploeteren voordat ik een knappe kiek vond. Heus dat ik honderden foto’s van mijn meisjes heb (ik geloof zelfs 22.765), maar dan wil je toch in een foto laten zien hoe leuk en knap en grappig ze zijn. En ook graag een waarop je de teringzooi die mijn huiskamer heet (af en toe dan) een beetje buiten beeld is. Wat voelde ik me weer slecht als ik zes minuten door mijn filmrol moest voordat ik die perfecte van mijn meisjes op het strand te pakken had.

”Wat voelde ik me weer slecht als ik zes minuten door mijn filmrol moest voordat ik die perfecte van mijn meisjes op het strand te pakken had”

Toen ik laatst in het vliegtuig mijn filmrol aan het opschonen was (het perfecte vliegtuigtaakje), kwam ik zowaar op een prachtig gezinsportret. Genomen op het strand van Pampelonne bij Saint Tropez. Mijn geliefde tilt ons kleinste meisje, middelste hangt eigenwijs over een strandpaal en oudste staat eindelijk op een foto die haar recht doet (meestal rent ze weg in haar Mega Mindy-pak) en ik wist het: deze foto werd mijn nieuwe achtergrond.

En het spijt me dat ik het moet zeggen, maar elke keer als ik mijn telefoon ontgrendel huppelt mijn hart. En ik heb dus altijd een goede foto stand-by als mensen willen weten hoe mijn man en kinderen eruit zien. Dus hoe geëmancipeerd ik dan ook wil zijn, die achtergrondfoto blijft. Misschien was ik iets te stellig en gaat het hier ook om balans. Net als bij wijn drinken en shoppen. Zolang je het evenwicht behoudt, komt het heus wel goed. En als ik met mijn heerlijk knusburgerlijke achtergrond mijn carrière de goot in help, dan is dat maar zo. Heb ik het in ieder geval zelf gedaan.

By
Jongleert doordeweeks met kinderen en laptops, vermoedt een serieuze shopverslaving en probeert lichtelijk obsessief latte- en wijngebruik van zich af te schudden door overmatig veel te sporten.
25-06-2016
Love & Sex
Top 3
Trending Topics
Top 3
BY May-Britt Mobach