Waarom wandelen helemaal geen trend is
Daar staat het, in de krant: “Duitse jongeren wandelen massaal, wandelen is de nieuwe trend onder de jeugd”. De Nederlandse garde schijnt ook steeds meer in de greep van wandelen te zijn, want daar leef je zo’n lekker offline bestaan van. Hiken noemen we het ook wel. Schoenen tot bovenaan veteren, windjack dichtknopen, afritsbroek aan en de paden op, de lanen in, dat werk. Schijnt de manier te zijn om je koppie leeg van te krijgen.
Rewind, mensen, re-re-re-wind. Wandelen is een trend? Een rondje kuieren, zoals mijn opa het noemt, bestaat al sinds sint-juttemis. De mens wandelde zich voor en na Christus al een slag in de rondte. Heus met een doel in de vorm van een waterput of om vee te verplaatsen, maar nu is het ineens hip? De wandelschoenenbranche kan de vraag van de modisch acceptabele wandelschoen niet meer aan, want sta op en wandel allemaal. Dat laatste snap ik trouwens wel, want ik heb nooit begrepen dat een wandelschoen ook lelijk moet zijn.
Mijn schoonmoeder wandelt trouwens al járen, dat is een vaste prik vriendinnending op haar vrijdagochtend. Onze vijfenzestigplus buurvrouw loopt berg op en af in haar vakantie, ik schat dat ze dit al doet sinds ze haar eerste stapjes zette. En de collega’s aan het einde van de straat zie ik (zelfs met regen) rond de lunch ons bedrijvige industrieterreintje afstruinen. Te voet, ja.
Wandelen is geen trend, jongens, wandelen is normaal. De mensch wandelt. Al eeuwen. Dat wij millennials vergeten zijn hoe het is om een fikse wandeling te maken, betekent niet dat een rondje lopen ‘terug’ is. Maar dat we eindelijk van onze netflixende derrière afkomen om een frisse neus te halen. Je schijnt er trouwens wel een puik lijf van te krijgen, dat is dan wel weer mooi meegenomen.