17 feiten over de Tour de France

Op de een of andere manier, het slaat nergens op, ik weet het, heb ik toch het idee dat jullie en ik een beetje hetzelfde zijn, denken en vinden. Zo denk ik dus dat jullie het ook best gezellig vinden dat de Tour de France weer begint, maar er verder weinig weet van hebben. Ik althans niet. Daarom dook ik er even in en serveer ik wat weetjes uit. Gewoon om links en rechts mee te strooien en ongelooflijke weet-ze-dat-nou-ook-al-indruk mee te maken.

1. Zo groot is de Tour
Na het WK voetballen en de Olympische Spelen is de Tour het grootste sportevenement van de wereld. 13 miljoen bezoekers, uitzending in meer dan 190 landen en 5500 uur tv-verslaggeving maken dat het tot de top van de sportevents behoort.

2. De lengte van de Tour wisselt
Dat heeft ook te maken met het startpunt van de Tour. Sinds de jaren vijftig vond de start ook buiten Frankrijk plaats. Wist je dat Amsterdam daarmee is begonnen? De langste Tour was die van 1928, met 5745 kilometer.

3. Onze Joop Zoetemelk
Die reed 16 keer mee en won de Tour ook een keer. Daarmee was hij, na Jan Jansen, de tweede Nederlander die de Tour won. Maar wel weer degene die hem het vaakst heeft gereden. Er is maar één persoon die de Tour 17 keer reed en dat is de Amerikaan George Hincapie en de Australiër Stuart O’Grady. Het geheim van Zoetemelk: ‘De tour win je in je bed. Oftewel: veel slapen.’

4. Doden tijdens de Tour
De renner Tom Simpson kwam om het leven op de Mont Ventoux, Fabio Cassartelli kwam tijdens een afdaling om het leven en in 1958 was André Darrigade op weg naar zijn zesde etappezege toen hij tegen een Belgische Tourofficial botste die uiteindelijk overleed.

5. Langste etappe ooit
Die werd gereden in 1920 en was 482 kilometer lang.

6. Zoveel calorieën
Renners moeten 123.900 calorieën eten om de hele Tour te kunnen volbrengen. Dat is gelijk aan 452 croissants, 200 flessen champagne en 152 Britse ontbijtjes, zo zegt ovonetwork.com. Al denk ik dat ze hun calorietjes aan andere zaken besteden.

7. In 1920 deelden de rijders onderling nog sigaretjes
Typisch gevalletje van ’das war einmal’.

De Tour de France begint morgen om 12:30 uur.