Kim Feenstra is in town. Dat we hier met een gevalletje something special te maken hebben, ziet iedereen. Misschien dat niet iedereen haar hier kent, maar als ze jogt door Central Park kijkt iedereen om. Hoe ik dat weet? Ehm, van Anouk. Zij rent elke dag een blos op de wangen waar geen orgasm-blush tegenop kan.
Ik zag Kim op ons binnenplaatsje. Ik met een zak schone was (ik heb zo mijn vriendelijke momenten en had ook voor Fred en eindredacteur Riena de was laten doen), zij uitpuffend van haar rondje rennen. Geen spoortje make up, de mooiste huidskleur die ik ooit zag en ogen die blijven boeien. Model op haar mooist.
Voor vanavond heb ik een DKNY jurk klaarhangen met een stevig vavavoom-gehalte. Hij valt tot ruim op de grond, heeft een zeer lage rug en de bandjes zijn van visdraad waardoor ‘ie strapless lijkt zonder de side effects ervan. Inderdaad, ik heb het over bovenborstkwabjes. Not a pretty site. We naderen de halve finale en ik heb dropdead gorgeous Feenstra aan mijn zij dus vanavond is het alle remmen los wat de buitenkant betreft.
Als ik naar de ruimte loop waar vandaag de visagie wordt verzorgd zie ik niet mijn vertrouwde Claudia. Ook geen spiegel overigens, levensgevaarlijk zo zal later blijken. Wel een Japanse jongen die geen engels spreekt maar me in houwtje touwtje taal weet duidelijk te maken dat hij hier pas twee maanden woont. Ook zegt hij iets als ‘taal very bad but make-up very good.’ Ik geef me over aan zijn vriendelijkheid en voel hem druk tekeer gaan met krultangen en haarlak. Als ik een brede, gouden ring zie die hij om de bovenste pluk van mijn haar bindt, begin ik een beetje ongemakkelijk op mijn stoel te bewegen. Als hij glitteroogschaduw richting ooglid beweegt, frons ik een wenkbrauw. Als producer Lienke de ruimte inloopt en vertelt dat de taxi klaar staat, word ik onrustig. Maar als ik in de spiegel in de lift kijk, heb ik stress. Paniek. Angst. Zelden zo lelijk opgemaakt. Het idee straks naast Anouk en Kim Feenstra te zitten probeer ik te verbannen. Maar dat lukt natuurlijk niet.
Er is teveel tijd gemorst dus we moeten naar Brooklyn. Lelijke make up of niet. Het eerste wat ik doe als ik de bus in stap is een vers make-upje bietsen van Sandrine, eigenlijk de visagist van Anouk maar we hebben hier een noodsituatie. Sandrine heeft niet al haar make up bij zich (want Anouk staat al in de steigers en vanaf nu hoefde ze alleen maar bij te werken) maar ze verzekert me dat het goed komt.
Terwijl ik aan gecontroleerde ademhaling probeer te doen, vraagt Kim (jaja, het is een starstudded busje waar ik in ben gestapt) wat ik dan allemaal niet goed vond aan de make-up. Heb je even? Het haar, die gouden clip, de glitteroogschaduw, de glimmende foundation… Maar waarom wil je dat weten? “Hij deed het bij mij ook.” Zei Kim. Hij kon niet stoppen. Ik wilde geen lippenstift maar dat begreep hij niet en hij bleef maar smeren. Ik vond het wel een aardige jongen en dacht; kwak het allemaal maar lekker vol. In mijn hotelkamer heb ik alles er afgepoetst en heb ik het zelf weer overnieuw gedaan.”
En dat is nou het geheim van Kim. Want een topmodel dat ben je niet alleen van buiten maar zeker ook van binnen.